De toekomst van begrijpend lezen: Tijd voor een nieuwe aanpak!
De discussie over de effectiviteit van leesmethodes in het basisonderwijs is de laatste jaren flink opgelaaid. Vooral de traditionele aanpak van begrijpend lezen, met de focus op teksten en bijbehorende vragen, ligt onder vuur. Maar waar precies liggen de knelpunten, en welke kansen bieden zich aan om de kwaliteit van het leesonderwijs te verbeteren? De toekomst van begrijpend lezen: Tijd voor een nieuwe aanpak!
Doelloze strategieoefening
Uit recent onderzoek blijkt dat veel gebruikte leesmethodes sterk gericht zijn op strategie-instructie. Hoewel het leren van leesstrategieën essentieel is voor het verbeteren van tekstbegrip, lijkt de nadruk hierop doorgeschoten. In maar liefst 91% van de lessen draait het om strategieën, vaak zonder dat leerlingen begrijpen wanneer en waarom ze deze het beste kunnen toepassen. Dit leidt tot een situatie waarin leerlingen weliswaar een gereedschapskist vol leesstrategieën hebben, maar niet weten welk gereedschap ze moeten gebruiken of hoe ze deze in de praktijk moeten toepassen.
Leerkrachten besteden in de praktijk nog steeds een groot deel van hun leeslessen aan het beantwoorden van vragen bij een tekst, vaak in de vorm van individuele opdrachten. Samenwerkend leren, dat bewezen effectief is voor het verbeteren van tekstbegrip, komt daarentegen nauwelijks aan bod. Dit is een gemiste kans, aangezien samenwerken rond leestaken kan leiden tot een actievere verwerking van de tekstinhoud en een diepere begrip van de stof.
Het belang van functionele taken
Een ander probleem dat aan het licht is gekomen, is dat leesstrategieën vaak worden toegepast in niet-functionele contexten. In het dagelijks leven lezen we met een doel voor ogen: om te leren, te schrijven, of een goed onderbouwde mening te vormen. Toch zien we in het onderwijs dat leerlingen vaak teksten lezen enkel om er vragen bij te beantwoorden, zonder dat er een functionele taak aan verbonden is. Dit soort oefeningen sluit niet aan bij hoe lezen in het echte leven functioneert en mist daardoor de kans om leerlingen te leren hoe ze hun leesvaardigheden echt kunnen toepassen.
Het is daarom cruciaal dat scholen kritisch kijken naar hun leesmethodes en zich afvragen of de taken die ze aanbieden, leerlingen daadwerkelijk voorbereiden op het echte leven. Het gaat erom leerlingen te laten lezen met een doel, bijvoorbeeld door hen teksten te laten samenvatten voor een klasjournaal of informatie te verzamelen voor een spreekbeurt.
Beperkte transfer
Daarnaast blijkt dat de kennis die leerlingen opdoen tijdens begrijpend lezen, vaak beperkt blijft tot de leesles zelf. Het toepassen van wat ze geleerd hebben in andere contexten, zoals in zaakvakken, gebeurt te weinig. Dit is een gemiste kans, want goede leesvaardigheid is essentieel voor vrijwel alle schoolvakken. Scholen zouden daarom meer aandacht moeten besteden aan het bevorderen van transfer: het gebruik van leesvaardigheden in verschillende contexten en vakgebieden.
Kansen voor verbetering
Hoewel veelgebruikte leesmethodes nuttige elementen bevatten, zoals strategie-instructie, moet het leesonderwijs breder worden ingezet. Het verbinden van lezen aan andere vakken en het aanbieden van functionele taken zal leerlingen helpen om zelfregulerende, strategische lezers te worden. Door leesonderwijs in te bedden in een kennisrijk curriculum, kunnen we ervoor zorgen dat leerlingen niet alleen goed worden in het beantwoorden van vragen, maar echte, betekenisvolle leesvaardigheden ontwikkelen die ze hun hele leven kunnen gebruiken.
Het creëren van betekenisvolle leeservaringen speelt een belangrijke rol bij het stimuleren van taal- en kennisontwikkeling bij kinderen. Thoni Veenhout, voormalig lector Geletterdheid bij de Hogeschool Utrecht en onderzoeker heeft 7 stappen beschreven die leiden tot betere geletterdheid bij kinderen. Niets nieuws dus, maar wel goed om nog maar weer eens te herhalen. Houtveen merkt op dat het creëren van een inspirerende leescultuur centraal moet staan, als we leerlingen goede literaire competenties mee willen geven. Een lesprogramma dat gericht is op het verbeteren van leesvaardigheid, maar ook op het stimuleren van motivatie en betrokkenheid van leerlingen. Denk daarbij om de volgende stappen:
Creëer een inspirerende leescultuur
Een effectief leesprogramma begint met het creëren van een klasomgeving waarin het stimuleren van geletterdheid voorop staat. Dit kan worden bereikt door leerlingen keuzevrijheid te geven in hun leesmateriaal, samenwerking tussen leerlingen te bevorderen en het onderwijs relevant te maken voor de leerlingen.
Geef voldoende tijd om te lezen
Het is belangrijk om leerlingen voldoende tijd te geven om te lezen in de klas. Door regelmatig leestijd in te plannen, krijgen leerlingen de gelegenheid om veel te oefenen en zich onder te dompelen in verhalen en informatie, waardoor ze hun leesvaardigheid en begrip kunnen verbeteren.
Diversiteit in leesmateriaal en tekstgenres
Een gevarieerde collectie boeken, die verschillende genres en kwalitatief hoogwaardige teksten omvat, is van groot belang. Dit stelt leerlingen in staat om verschillende soorten verhalen en onderwerpen te verkennen, waardoor hun interesse en begrip worden vergroot.
Maak lees- en schrijfopdrachten relevant
Zorg ervoor dat lees- en schrijfopdrachten gerelateerd zijn aan echte doelen, die belangrijk zijn voor de leerlingen. Dit verhoogt de kans dat er transfer plaatsvindt tussen het leren op school en daarbuiten.
Breng een balans aan in door de leerkracht en de leerlingen geleide discussie over teksten
Door een evenwicht te creëren tussen door de leerkracht en de leerlingen geleide discussies over teksten, worden leerlingen gestimuleerd om actief deel te nemen aan het leesproces en hun begrip van de tekst te verdiepen.
Bied expliciete instructie en ondersteuning
Het is noodzakelijk om leerlingen expliciete instructie en ondersteuning te bieden bij alle aspecten van geletterdheid. Het gaat dan om vaardigheden zoals fonemisch bewustzijn, het alfabetisch principe, woordenschat, vloeiend lezen en begrijpend lezen. Door middel van scaffolded instruction begeleid de leerkracht de leerlingen stap voor stap naar zelfstandig lezen en begrip.
Monitor en evalueer voortdurend
Het is belangrijk om voortdurend de voortgang van leerlingen te monitoren en te evalueren. Met deze informatie kan de leerkracht het leesonderwijs aanpassen aan individuele behoeften en leerdoelen.
Het bevorderen van betekenisvolle leeservaringen is geen luxe, maar een essentieel onderdeel van effectief leesonderwijs. Door het implementeren van een integraal programma dat deze principes omvat, kunnen scholen een krachtige basis leggen voor de taal- en kennisontwikkeling van hun leerlingen.
Wil je meer lezen? Gebruik deze link.
In het onderwijs wordt vaak de nadruk gelegd op het belang van een uitgebreide woordenschat. Maar is dat genoeg om teksten echt te begrijpen? Eric Hirsch, een vooraanstaand leesonderzoeker, heeft naar aanleiding van een cruciale inzicht benadrukt: leesbegrip vereist niet alleen een rijke woordenschat, maar ook kennis van de wereld. In deze blog leggen we uit waarom dit zo belangrijk is en wat het betekent voor ons onderwijs.
De essentie van tekstbegrip
Hirsch legt uit dat leesbegrip afhangt van drie essentiële factoren: vloeiend lezen, een rijke woordenschat en domeinkennis. Deze elementen zijn niet alleen van belang voor het begrijpen van teksten, maar ook voor het ontwikkelen van sterke leesvaardigheden bij leerlingen.
Vloeiend lezen
Lezen gaat verder dan het decoderen van woorden; het draait om het begrijpen van de betekenis ervan. Vloeiend lezen stelt lezers in staat om de context van een tekst te begrijpen zonder te struikelen over individuele woorden. Kennis speelt hierbij een belangrijke rol: bekende woorden en onderwerpen worden gemakkelijker begrepen dan onbekende en kunnen daardoor ook verdiept worden.
Rijke woordenschat
Er is veel onderzoek dat aantoont dat een uitgebreide woordenschat essentieel is voor tekstbegrip. Het begrijpen van maximaal 90 tot 95 procent van de woorden in een tekst is nodig om het volledig te kunnen vatten. Leerlingen met een beperkte woordenschat worstelen vaak met het begrijpen van teksten. Het belang van woordenschatontwikkeling is voor iedereen in het onderwijs vanzelfsprekend.
Domeinkennis
Maar naast een rijke woordenschat is domeinkennis van cruciaal belang. Een voorbeeld uit de praktijk illustreert dit perfect: iemand die een lezing van Albert Einstein over de relativiteitstheorie bijwoonde zou naderhand gezegd hebben: “Ik begreep alle woorden. Alleen de manier waarop ze gecombineerd waren, vond ik verwarrend.” De luisteraar begreep de woorden van Einstein, maar miste de achtergrondkennis om zijn relativiteitstheorie te begrijpen. Het begrijpen van een tekst vereist meer dan alleen het kennen van individuele woorden; het draait om het interpreteren van de betekenis in de context van de wereld om ons heen.
Implicaties voor onderwijs
De inzichten van Hirsch hebben belangrijke implicaties voor het onderwijs. Het is niet voldoende om alleen te focussen op technische leesvaardigheden. Een integrale aanpak die zowel woordenschatontwikkeling als domeinkennis omvat, is noodzakelijk. Door leesonderwijs te integreren in andere vakken en uitdagende teksten aan te bieden, kunnen leraren de leesvaardigheid van leerlingen verbeteren en hun kennisbasis versterken.
Conclusie
Investeren in kennis van de wereld is de derde sleutel om te komen tot effectief tekstbegrip. Door te erkennen dat lezen meer is dan het decoderen van woorden, kunnen leraren leerlingen helpen om niet alleen vaardige lezers te worden, maar ook om kritische denkers te worden die de wereld om hen heen begrijpen.
In een tijdperk waarin schermtijd en digitale media de overhand lijken te hebben, blijft het lezen van boeken een onschatbare gewoonte voor zowel kinderen als volwassenen. Het voedt niet alleen de verbeelding, maar biedt ook een scala aan voordelen, variërend van het vergroten van empathie tot het verbeteren van taalvaardigheid. Laten we eens kijken naar enkele gewoonten van goede lezers, gebaseerd op recent onderzoek en inzichten onder jonge lezers zelf.
Dagelijkse Leesroutine
Uit onderzoek blijkt dat iets meer dan de helft van de kinderen dagelijks leest, terwijl een kwart een paar keer per week de tijd neemt voor een goed boek. Deze gewoonte van consistent lezen is cruciaal voor het ontwikkelen van een liefde voor boeken en het verbeteren van leesvaardigheid.
Diversiteit in Genres
Goede lezers hebben vaak een breed scala aan interesses als het gaat om genres. Of het nu gaat om fantasie- en avonturenboeken, grappige verhalen, of spannende avonturen, het verkennen van verschillende genres kan de leeservaring verrijken en de verbeelding stimuleren.
Papieren Boeken als Voorkeursvorm
Terwijl de wereld steeds digitaler wordt, geven de meeste kinderen nog steeds de voorkeur aan het lezen van boeken van papier. Deze tangibele vorm van lezen biedt een unieke ervaring die niet kan worden vervangen door e-boeken of luisterboeken.
Exploratie van Fantasiewerelden
Een opvallende gewoonte van goede lezers is hun liefde voor fantasie- en avonturenboeken, waarbij ze zich kunnen onderdompelen in verhalen over magische wezens en epische reizen. Dit draagt bij aan het stimuleren van de verbeelding en het bevorderen van creatief denken
Taaldiversiteit en Interesse
Hoewel de meeste kinderen thuis in het Nederlands lezen, is er een groeiende interesse in andere talen, vooral het Engels. Deze interesse kan voortkomen uit nieuwsgierigheid naar de taal zelf en biedt een kans om verschillende culturen en perspectieven te verkennen door middel van literatuur.
Serieboeken als Favorieten
Het is geen verrassing dat serieboeken vaak de favoriete keuze zijn onder jonge lezers. Het volgen van geliefde personages door meerdere boeken creëert een band en opwinding die de leesmotivatie kan versterken.
Kortom, de gewoonten van goede lezers omvatten een consistente leesroutine, een diversiteit aan genres, een voorkeur voor papieren boeken, een verkenning van fantasiewerelden, interesse in taaldiversiteit, en een voorliefde voor serieboeken. Door deze gewoonten te cultiveren, kunnen lezers van alle leeftijden genieten van de vele voordelen die het lezen te bieden heeft en een levenslange liefde voor literatuur ontwikkelen.
Binnen het onderwijs is er een boeiende ontwikkeling gaande: literaire gesprekken nemen een steeds prominentere plaats in. Deze gesprekken, gebaseerd op de handleiding ‘Maar als je erover nadenkt…‘, transformeren de traditionele boekenkring tot een dynamische en interactieve ervaring. In dit blog duiken we dieper in de praktijk van literaire gesprekken op school en ontdekken we de betekenis ervan voor zowel leraren als leerlingen.
Waar het bij literaire gesprekken om gaat
Literaire gesprekken vormen een krachtige manier om leerlingen actief te betrekken bij het lezen en interpreteren van teksten. De cyclus van het gezamenlijk lezen van een boek, het opschrijven van gedachten op post-its, en het voeren van vijf literaire gesprekken per boek, creëert een diepgaand begrip van verhalen. Het geeft leerlingen de ruimte om hun eigen vragen, verwachtingen en interpretaties te delen, waardoor literair denken wordt gestimuleerd.
De rol van de leerkracht
Het voeren van literaire gesprekken vraagt meer van de leerkracht dan een traditionele boekenkring. Om effectief te zijn, moet de leerkracht niet alleen het gekozen boek goed kennen, maar ook literair competent zijn. Het stellen van de juiste vragen en het stimuleren van discussies vereist inzicht in zowel het boek als de leeservaring van de leerlingen. Als de cyclus zich herhaalt gedurende het schooljaar, evolueert de rol van de leerkracht van leidende gids naar een ondersteunende facilitator.
Leerlingen in de regisseursstoel
Een opvallend kenmerk van deze benadering is de geleidelijke overgang van door de leerkracht geleide gesprekken naar ‘leesclubs’ waarin leerlingen zelf het boek kiezen en bespreken. Deze verschuiving weerspiegelt de groei en ontwikkeling die leerlingen doormaken in hun begrip van literatuur en het vermogen om zelfstandig te denken en te analyseren.
Het belang van literair denken
In literaire gesprekken draait het niet om het vinden van het ‘juiste’ antwoord, maar om het verkennen van diverse interpretaties en persoonlijke reacties op het verhaal. Vragen en discussies zijn geen tekenen van onmacht, maar eerder een manifestatie van literair denken. Dit benadrukt het belang van het aanmoedigen van nieuwsgierigheid en het stimuleren van individuele interpretaties binnen de literaire context.
Conclusie
Literaire gesprekken op school brengen de magie van verhalen tot leven en bieden een platform voor diepgaande reflectie en discussie. Door leerlingen actief te betrekken bij het leesproces, ontstaat er een verrijkende leeromgeving waarin literair denken wordt aangemoedigd en individuele stemmen gehoord worden. Als leraren de uitdaging aangaan om literair competent te zijn en een ondersteunende ruimte creëren voor diverse interpretaties, zal de kracht van literaire gesprekken een blijvende impact hebben op de literaire ontwikkeling van leerlingen.
Het leren lezen is een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van een kind. Het opent de deur naar een wereld vol verhalen, kennis en verbeelding. Als ouders en leerkrachten is het onze verantwoordelijkheid om kinderen te begeleiden bij het leren van deze belangrijke vaardigheid. Een van de meest effectieve manieren om hen te ondersteunen is het gebruik van positieve feedback. In deze blog bespreken we de kracht van positieve feedback bij het leren lezen en hoe dit kan bijdragen aan het opbouwen van leesplezier en vaardigheid.
Motivatie en zelfvertrouwen
Positieve feedback is een krachtig hulpmiddel om de motivatie van kinderen te vergroten. Wanneer een kind merkt dat zijn inspanningen en vooruitgang worden erkend en gewaardeerd, wordt het gemotiveerd om door te gaan met lezen. Het versterkt ook het zelfvertrouwen van een kind. Het geeft hen het gevoel dat ze capabel zijn en dat ze de uitdagingen van het lezen kunnen overwinnen. Dit geldt nog meer voor kinderen die moeite hebben bij het leren lezen. Het benoemen en prijzen van inspanningen helpt leerlingen om gemotiveerd te blijven en zelfvertrouwen op te bouwen.
Fouten horen erbij
Leerlingen zullen onvermijdelijk fouten maken als ze leren lezen. Dat is heel normaal en het hoort erbij. In plaats van de nadruk te leggen op wat er fout is gegaan, benadrukken we wat er goed is gegaan. Door de directe relatie te leggen met didactische aanwijzingen die de leerkracht heeft gegeven, komt de nadruk te liggen bij de inspanning die tot een goed resultaat leidt en niet bij de fouten.
Opbouwen van leesplezier
Leesplezier is van onschatbare waarde voor de ontwikkeling van leesvaardigheid. Positieve feedback kan kinderen aanmoedigen om van lezen te genieten. Het benadrukt de vreugde van het ontdekken van nieuwe verhalen en personages. Door ook positief te zijn over het verwerven van kennis door te lezen wordt het belang van lezen nog meer benadrukt. De feedback is dan gericht op het doel van lezen: kennis verwerven en nieuwe dingen leren.
Als kinderen positieve feedback ontvangen voor hun leesinspanningen, zullen ze eerder geneigd zijn om lezen te associëren met plezier en voldoening.
Tips voor het geven van positieve feedback bij het leren lezen
1. Goede feedback geven is niet eenvoudig. Er zijn cursussen voor leerkrachten om het goed te leren. Bij de begeleiding van kinderen via de TOPPR-methodiek wordt hier ook veel aandacht aan besteed.
2. Wees specifiek: Benoem specifiek wat het kind goed heeft gedaan, bijvoorbeeld, “Je hebt dat lange woord in een keer gelezen!”
3. Vertel wat goed ging: Leg geen nadruk op fouten. Herhaal de aanwijzingen zonder de fouten aan te wijzen. Lach met elkaar om bloopers.
4. Moedig aan: Moedig het kind aan om door te gaan met lezen. Gebruik woorden zoals “geweldig,” “fantastisch,” en “je bent een TOPPR”. Denk niet te snel dat je overdrijft.
5. Wees geduldig: Begrijp dat lezen een proces is en dat het kind zal verbeteren met oefening en tijd.
6. Luister actief: Luister naar wat het kind te zeggen heeft over het lezen en vraag hoe ze zich voelen. Dit kan leiden tot waardevolle gesprekken en feedback.
Positieve feedback is een krachtig instrument bij het leren lezen. Het motiveert kinderen, versterkt hun zelfvertrouwen, leert hen dat fouten erbij horen en bouwt leesplezier op. Door positieve feedback actief te integreren in het leerproces, kunnen we kinderen helpen om niet alleen vaardige lezers te worden, maar ook levenslange liefhebbers van boeken en verhalen. Het begint allemaal met het geven van positieve feedback!
Lezen is een van de meest waardevolle gewoonten die we kunnen aanmoedigen bij kinderen. Het opent de deuren naar een wereld vol verbeelding, kennis en avontuur. Maar om kinderen enthousiast te maken over lezen, is het belangrijk dat lezen als plezierig wordt ervaren. Alleen op school lezen is niet genoeg. Het is belangrijk dat kinderen ook thuis merken dat lezen belangrijk en leuk is.
Hier zijn enkele leuke activiteiten om lezen thuis te stimuleren en van lezen een geliefde bezigheid te maken.
1.Lees samen
Een van de meest effectieve manieren om lezen te bevorderen, is door samen met je kinderen te lezen. Maak er een gewoonte van om elke avond voor het slapengaan een verhaaltje voor te lezen. Dit creëert niet alleen een positieve associatie met lezen, maar biedt ook een kans voor quality time en gesprekken over het verhaal. Kinderen leren op deze manier ook nog heel veel woorden kennen. Dat is een mooie bijkomstigheid. Dit kan bijvoorbeeld met interactief voorlezen.
2.Boekenkast met keuzemogelijkheden
Richt een speciale boekenplank of hoek in je huis in met boeken die geschikt zijn voor de leeftijd van je kinderen. Zorg ervoor dat ze gemakkelijk toegang hebben tot een verscheidenheid aan boeken, zowel leuke verhalen en informatieve boeken. Als kinderen boeken binnen handbereik hebben, zijn ze eerder geneigd om ze op te pakken en te bladeren. Die boeken kunnen natuurlijk gewoon bij de bibliotheek vandaan gehaald worden.
3.Stel vragen die door lezen beantwoord kunnen worden
Stel een vraag over een boek. Het kind moet het boek lezen om aan het antwoord te komen. Laat je kind uitvoerig vertellen over wat hij heeft gelezen en hoe hij het antwoord heeft gevonden. Dit kan een geweldige manier zijn om lezen te bevorderen en de leeshonger aan te wakkeren.
4.Bibliotheek bezoeken
Breng regelmatig een bezoek aan de plaatselijke bibliotheek. Kinderen tot 16 jaar zijn in Nederland gratis lid van de bibliotheek. Laat je kinderen hun eigen boeken kiezen om te lenen. Bibliotheken organiseren vaak ook leesgerelateerde evenementen, zoals voorleessessies en boekenclubs voor kinderen. Dit kan een geweldige manier zijn om de interesse in lezen te vergroten.
5.Lees kookboeken
Kookboeken kunnen een leuke en educatieve manier zijn om lezen te stimuleren. Laat je kinderen meehelpen bij het kiezen van recepten en het lezen van de instructies. Het is niet alleen een praktische oefening, maar het kan ook hun woordenschat en begrip vergroten.
6.Boekendag
Organiseer een speciale “boekendag” in het weekend. Laat iedereen in het gezin een boek kiezen om te lezen. Creëer een gezellige sfeer met dekens en kussens en moedig iedereen aan om een uurtje te lezen. Dit kan een leuke gezinsactiviteit worden waarbij iedereen van lezen geniet.
7.Boekenclub voor kinderen
Richt een boekenclub op voor je kinderen en hun vrienden. Kies maandelijks een boek om samen te lezen en bespreek het daarna. Dit bevordert niet alleen het lezen, maar ook het begrip en de discussie over de verhalen.
8.Verhalen vertellen
Laat je kinderen hun eigen verhalen schrijven of vertellen. Dit stimuleert hun creativiteit en verbeeldingskracht. Moedig ze aan om hun verhalen met anderen te delen, of het nu in de vorm van een schriftelijk verhaal of een mondelinge vertelling is. Het mooiste is om er een boek van te maken.
9.Leesfeesten
Organiseer af en toe een “leesfeest” thuis. Kies een boek dat je samen met je kinderen leest en organiseer een thematisch feest rond het verhaal. Denk aan kostuums, snacks en activiteiten die aansluiten bij het boek.
Lezen is geweldig en leesplezier is niet alleen iets van school. Thuis zijn er veel manieren om het lezen te stimuleren en leuk te maken. Door te lezen krijgt een kind meer kennis, een grotere woordenschat, meer verbeeldingskracht en creativiteit, sterkere empathie en begrip voor de ander en plezier in lezen.
Lezen is niet alleen een essentiële vaardigheid, maar ook een geweldige manier om de wereld om ons heen te verkennen en plezier te beleven. Het stimuleren van leesplezier bij kinderen is van onschatbare waarden voor hun algehele ontwikkeling en succes op school. Ouders en leerkrachten spelen een centrale rol bij het creëren van een omgeving waarin lezen niet alleen als verplichting wordt gezien, maar als een plezierige hobby en ontdekkingsreis.
De Rol van ouders en leerkrachten bij het stimuleren van leesplezier
Bij zowel jongens als meisjes neemt het leesplezier af naarmate ze ouder worden. Bijna een derde van de tienjarige Nederlandse leerlingen vindt lezen niet leuk. En de helft van de vijftienjarige Nederlandse leerlingen vindt lezen tijdverspilling. Ouders en leerkrachten kunnen het leesplezier bij kinderen stimuleren door van jongs af aan veel voor te lezen. Ook voldoende tijd en ruimte voor ‘vrij lezen’ in de klas vergroot de leesmotivatie. Daarnaast is het nuttig als zowel ouders als leerkracht de leesontwikkeling van het kind volgen en elkaar hiervan op de hoogte houden.
Ouders als rolmodellen
Ouders zijn het grootste voorbeeld voor een kind, ook bij het lezen. Vanaf de vroege jaren kunnen ouders de basis leggen voor een leesrijk leven door voor te lezen, zelf te lezen en boeken beschikbaar te stellen. Het gaat niet alleen om het lezen van verhalen, maar ook om het delen van het plezier dat lezen met zich meebrengt. Ouders kunnen kinderen aanmoedigen om boeken te kiezen die aansluiten bij hun interesses en hun laten zien dat lezen niet alleen gaat om leren, maar ook om genieten.
Interactie speelt een sleutelrol bij het stimuleren van leesplezier. Ouders kunnen in gesprek gaan over de personen, gebeurtenissen en thema’s in de boeken die hun kinderen lezen. Dit versterkt niet alleen het begrip, maar ook de betrokkenheid van het kind bij het verhaal. Ouders kunnen ook vaste leesmomenten creëren waarin gelezen wordt, of dat nu zelf lezen of voorlezen is. Dit versterkt de boodschap dat lezen iets is om van te genieten en om iedere dag te doen.
Leesomgeving thuis
Het creëren van een leesvriendelijke omgeving thuis is een essentieel onderdeel van het stimuleren van leesplezier. Zorg voor een gezellige leeshoek met comfortabele stoelen, kussens en goed licht. Vul de ruimte met boeken die geschikt zijn voor de leeftijd van je kinderen en moedig hen aan om zelf boeken te kiezen. Laat boeken binnen handbereik liggen, zodat kinderen gemakkelijk toegang hebben tot hun leesmateriaal. Een regelmatige leesroutine kan kinderen helpen om lezen in hun dagelijkse leven op te nemen. Maak tijd vrij voor gezamenlijk lezen, bijvoorbeeld voor het slapengaan. Dit kan een ontspannend ritueel worden dat kinderen helpt om tot rust te komen na een drukke dag. Ook het lezen van een boek tijdens de maaltijden kan een leuke gewoonte zijn. Bespreek de boeken die jullie lezen en moedig je kinderen aan om hun gedachten en gevoelens over het verhaal te delen.
De essentiële rol van leerkrachten
Naast ouders spelen leerkrachten een essentiële rol bij het aanwakkeren van leesplezier. Een leerkracht die enthousiast is over boeken en lezen, kan een blijvende impact hebben op de houding van een kind ten opzichte van lezen. Door boeken te introduceren die aansluiten bij de interesses van de leerlingen en open te staan voor discussie en expressie, kunnen leerkrachten een omgeving creëren waarin lezen wordt gewaardeerd en gestimuleerd.
Leerkrachten kunnen ook leesactiviteiten integreren die verder gaan dan de verplichte lessen. Bijvoorbeeld door leeskringen, boekbesprekingen en creatieve schrijfopdrachten. Dit bevordert niet alleen het begrip van de teksten, maar moedigt kinderen ook aan om hun eigen gedachten en ideeën te delen, waardoor hun zelfvertrouwen groeit.
Partnerschap tussen ouders en leerkrachten
Samenwerking tussen ouders en leerkrachten is van onschatbare waarde. Ze kunnen elkaar aanvullen door boekentips uit te wisselen, leesuitdagingen te organiseren en gezamenlijke leesactiviteiten te plannen. Dit creëert een naadloze overgang tussen de huiselijke en schoolse leeservaring, waardoor kinderen het gevoel krijgen dat lezen een integraal onderdeel is van hun dagelijks leven.
In conclusie, de rol van ouders en leerkrachten is van onschatbare waarde bij het stimuleren van leesplezier bij kinderen. Door een leesvriendelijke omgeving te creëren, een positieve houding ten opzichte van lezen te tonen en boeiende leeservaringen te bieden, kunnen we kinderen helpen om een liefde voor lezen te ontwikkelen die hen hun hele leven zal vergezellen. Lezen is niet alleen een vaardigheid, maar ook een bron van vreugde en inspiratie die we moeten koesteren en delen met de jongere generaties.
José Hulsing (Leeuwarder courant 1-9-2023)
OPEINDE Elk kind leren lezen. Dat is de persoonlijke missie van Janet Weima uit Opeinde. Om dit doel te bereiken blaast ze met TOPPR nieuw leven in de methode slepend leren lezen.
Ze ziet zichzelf nog zitten tussen de bakjes met pennen en de stapels schriften. Als negenjarige moest Janet Weima (47) in het magazijn van de dorpsschool in Wommels lezen met kinderen uit de eerste klas, tegenwoordig groep drie. Zogenaamd om deze beginnelingen te helpen, maar Janet wist wel beter. Ze had moeite met lezen en zat eigenlijk nog steeds op hetzelfde niveau als dat groepje zesjarigen. Ze bleef met deze leerlingen ‘niveaulezen’ tot ze tegen haar meester zei dat ze er klaar mee was.
Weima groeide op in een huis vol boeken en had een meester die van voorlezen hield. Ze was dol op verhalen. Uiteindelijk kwam het goed met dat lezen. Maar voor heel veel kinderen met een leesachterstand loopt het anders af. Die blijven hun leven lang problemen houden met taal. Mensen die laaggeletterd zijn hebben minder kansen op de arbeidsmarkt, leven vaker in armoede en hebben vaker gezondheidsproblemen.
Rapport op rapport laat zien dat de leesvaardigheid van Nederlandse kinderen al jaren achteruitholt. Een kwart van de vijftienjarigen kan niet goed lezen. Onacceptabel, vindt Weima die sinds 1999 in het Friese onderwijs werkt. ,,Deze leesachterstand is een maatschappelijk probleem van omvang. Wat we tot nu toe doen in het onderwijs, heeft niet het gewenste resultaat. Sterker nog, de leesproblemen nemen alleen maar toe.’’
Elf jaar geleden – toen ook haar dochter op negenjarige leeftijd nog worstelde met het lezen – stuitte Weima op de methode Sleeplezen van de Groninger leerkracht en logopedist Jaap Stoppelenburg. Hij verving de oude leesstrategie van hakken en plakken, p-i-n-d-a-k-a-a-s wordt pindakaas, door een simpel maar doeltreffend alternatief.
Bij sleeplezen bepaalt een begeleider het leestempo door een pen boven de tekst mee te laten schuiven. Het kind volgt de punt van de pen heel precies en spreekt steeds de klank uit van de letter die aangewezen wordt. Vanwege het hoge tempo zegt het zo in één keer pindakaas en krijgt het geen kans om het woord eerst te spellen en daarna de klanken aan elkaar te plakken.
Weima: ,,Onderzoekers van de RUG hebben in het verleden bewezen dat de methode werkt. Hoe precies, daar gaan ze volgend jaar uitzoeken. De aanname is dat kinderen op deze manier minder een beroep hoeven te doen op hun werkgeheugen. Ze hoeven niet te hakken en vervolgens weer te plakken, maar zijn meteen aan het automatiseren, aan het vloeiend lezen.’’
Minstens zo belangrijk bij sleeplezen is een positieve houding van de begeleider. ,,Als je het lezen maar niet onder de knie krijgt, zorgt dat voor veel frustratie. Die kinderen vinden zichzelf minder slim. Dat doet iets met hun zelfvertrouwen. Die emotionele lading moet eraf. Bij sleeplezen wordt niet verbeterd. Fouten maken mag. Het komt vanzelf goed.’’
De dochter van Weima kon na enkele sessies sleeplezen met Stoppelenburg vloeiend lezen. Haar zelfvertrouwen groeide. Ze was niet langer dat kind in de klas dat niet kon lezen. Inmiddels studeert ze toegepaste wiskunde aan de Universiteit van Twente.
,,Dit is iets wat ik alle kinderen gun’’, zegt Weima. Stoppelenburg heeft sinds 2007 ongeveer negenhonderd mensen opgeleid, vooral gespecialiseerde hulpverleners als logopedisten en dyslexie-deskundigen. Een aantal jaar geleden werd hij ziek en kon zijn methode niet langer verspreiden. Weima, die altijd contact met hem gehouden heeft en een verspreider van zijn gedachtegoed was, nam vorig jaar het stokje over van Stoppelenburg. Ze gaf de leesmethodiek een andere naam: TOPPR.
Iedereen leren lezen, dat is Weima’s missie met TOPPR. Ze leidt coaches op die op hun beurt weer leerkrachten op kunnen leiden, want de methode is niet voorbehouden aan gespecialiseerde hulp. ,,Het slepend leren lezen is effectief gebleken, toch is het niet een methodiek geworden die veel ingezet wordt. De gangbare methodes werken maar voor 75 procent van de leerlingen. We accepteren eigenlijk dat 1 op de 4 kinderen niet goed leren lezen.’’
Juist nu minister Mariëlle Paul. Het kan echt anders
Excellentie,
Als directeur onderwijs van 23 basisscholen in Leeuwarden heb ik dagelijks te maken met de leesproblemen van leerlingen. Uit onderzoeken weet u inmiddels dat 1 op de 4 kinderen een leesachterstand heeft.
Dat leesprobleem nemen ze hun hele leven mee, van de basisschool naar het voortgezet onderwijs en in hun carrière. Als we kinderen kansen willen geven op een goede toekomst, moet dat percentage van 25% drastisch naar beneden.
Als moeder van een dochter met een leesprobleem heb ik destijds gezocht naar hulp. Dit heb ik gevonden bij een logopedist die een eigen methode had ontwikkeld met als titel slepend leren lezen.
Mijn dochter kon in enkele half uurtjes vloeiend lezen! Dat heeft veel gedaan voor haar zelfvertrouwen en haar mogelijkheid om te leren. Ze was ineens niet meer het kind in de klas dat niet kan lezen. Ondertussen studeert ze applied mathematics aan de Universiteit van Twente.
Met de methodiek van slepend leren lezen, die overigens wetenschappelijk is onderbouwd, zijn inmiddels vele honderden kinderen succesvol geholpen.
Als moeder, maar zeker als onderwijskundige weet ik dat het anders kan. Iedereen leren lezen, daar heb ik mijn levensmissie nu van gemaakt. De methodiek is gemakkelijk in te zetten in de klas en is niet voorbehouden aan gespecialiseerde hulp. Het slepend leren lezen sluit aan bij de “menukaart” van de basisvaardigheden, maar wordt helaas niet genoemd. Onbekende, maar zeer effectieve methodieken worden daardoor over het hoofd gezien.
Het kan anders; dat is bewezen, dus laten we ophouden met lapmiddeltjes en deze kinderen helpen.
En juist nu minister Mariëlle Paul. Het kan echt anders! Er ligt er nog een kans om deze kinderen af te helpen met het leesprobleem.
Janet Weima
Tel: 0655 83 66 74
janet@topprreading.org