Stripboeken zijn meer dan gewoon beeldverhalen!
Stripboeken worden vaak beschouwd als lichte kost voor een vrije middag. Toch hebben deze boeken veel meer te bieden dan alleen kleurrijke afbeeldingen en grappige personages. Het lezen van stripboeken is niet alleen vermakelijk, maar het kan ook een waardevolle en educatieve ervaring zijn. Laten we eens duiken in de redenen waarom stripboeken de moeite waard zijn om te lezen en waarom ze een belangrijke plaats verdienen in leeslijsten en bibliotheekcollecties.
Bevordering van leesvaardigheid
Een van de meest voor de hand liggende redenen om beeldverhalen te lezen is dat ze leesvaardigheid bevorderen. Hoewel ze minder tekst bevatten dan traditionele romans, vereisen stripboeken nog steeds dat lezers tekst begrijpen en volgen. Lezers moeten de gesprekken tussen personages lezen, aandacht besteden aan de tekstvakken en de verhaallijn volgen. Dit helpt bij het ontwikkelen van de basisvaardigheden die nodig zijn voor lezen en begrijpen.
Visuele geletterdheid en verbeelding
De stripverhalen zijn een unieke vorm van visuele geletterdheid. Ze combineren beelden met tekst om een verhaal te vertellen en dwingen lezers om visuele en tekstuele elementen samen te begrijpen. Dit bevordert visuele geletterdheid en het vermogen om informatie uit afbeeldingen te halen. Bovendien stimuleren stripboeken de verbeelding, omdat lezers de scènes en personages in hun hoofd moeten vormgeven op basis van de visuele aanwijzingen die worden gegeven.
Diversiteit van genre en onderwerpen
Een ander belangrijk aspect van stripboeken is de diversiteit van genre en onderwerpen die ze bestrijken. Terwijl sommige mensen een strip al snel associëren met superhelden, zijn er eigenlijk stripverhalen in bijna elk denkbaar genre. Of je nu van mysteries, science fiction, autobiografieën, historische fictie of romantiek houdt, er is een stripboek voor jou. Dit maakt stripboeken toegankelijk en aantrekkelijk voor een breed publiek.
Toegankelijkheid voor jonge lezers
Stripboeken zijn bijzonder geschikt voor jonge lezers. Ze zijn visueel aantrekkelijk en bieden een manier om complexe verhalen en concepten toegankelijker te maken voor kinderen. Stripboeken kunnen jonge lezers helpen om vertrouwen in hun leesvaardigheid op te bouwen en hen aanmoedigen om meer te lezen. Het is niet ongebruikelijk om kinderen te zien genieten van een stripboek, zelfs als ze traditionele romans vermijden.
Krachtige verhalen en karakterontwikkeling
Vaak worden er diepgaande thema’s en onderwerpen behandeld en bieden strips complexe karakterontwikkeling. Het idee dat stripboeken alleen oppervlakkig vermaak bieden, is verouderd. Er zijn veel stripboeken die diepe en ontroerende verhalen vertellen, en ze verdienen net zoveel erkenning als traditionele romans.
Artistieke waarde van stripboeken
Naast hun literaire waarde hebben strips ook een aanzienlijke artistieke waarde. De tekenkunst en vormgeving die wordt gebruikt om stripboeken tot leven te brengen, is indrukwekkend. Stripkunstenaars gebruiken verschillende stijlen en technieken om visueel aantrekkelijke verhalen te creëren. Dit maakt stripverhalen tot een unieke kunstvorm.
Bibliotheekcollecties en Leeslijsten
Het is essentieel dat stripboeken een plek hebben in bibliotheekcollecties en leeslijsten. Ze bieden lezers van alle leeftijden en achtergronden een andere manier om van literatuur te genieten. Door deze boeken op te nemen in bibliotheekcollecties, wordt leesmateriaal diverser en aantrekkelijker. Het stimuleert ook jongere lezers om de bibliotheek te bezoeken en hun leesvaardigheid te ontwikkelen.
In conclusie: Stripboeken zijn veel meer dan gewoon beeldverhalen. Ze bevorderen leesvaardigheid, visuele geletterdheid, verbeeldingskracht en bieden krachtige verhalen in diverse genres. Ze zijn bijzonder geschikt voor jonge lezers en hebben aanzienlijke artistieke waarde. En daarom moeten stripboeken de erkenning krijgen die ze verdienen en een belangrijkere rol spelen in ons leesonderwijs.
Kortom, stripboeken bieden een schat aan voordelen, van het stimuleren van de verbeelding en het verbeteren van de leesvaardigheid tot het aanpakken van belangrijke sociale kwesties. Ze zijn niet langer de stiefkindjes van de literaire wereld, maar eerder krachtige instrumenten voor educatie, entertainment en culturele expressie. Het is de moeite waard om de wereld van stripboeken te verkennen, ongeacht je leeftijd. Dus ga naar je lokale bibliotheek of stripboekenwinkel en ontdek hoe deze kleurrijke, geïllustreerde verhalen je horizon kunnen verbreden en je leesplezier kunnen vergroten.
Bij het schrijven van dit blog is gebruik gemaakt van het onderzoek van M.J. Heany, van Walden University in Minneapolis, USA, Graphic novels: a sure bet for your library, (2007) waarin ze via literatuuronderzoek ontdekte dat strips de verbeelding van lezers stimuleren en hun leesvaardigheid verbeteren. Het onderzoek toonde ook aan dat stripboeken bijdragen aan het begrip van complexe emoties en sociale kwesties. De bevindingen illustreren het groeiende belang van stripboeken als educatieve en culturele hulpmiddelen.
Op dinsdag 10 oktober heeft Janet Weima een belangrijke petitie Verbetering van Leesonderwijs in het Basisonderwijs overhandigd aan Ingrid Michon-Derkzen, de voorzitter van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
De petitie is een dringende kreet van degenen die het dichtst bij het probleem staan – de kinderen die worstelen met leesproblemen. Volgens recente cijfers heeft één op de vier kinderen in het basisonderwijs leesproblemen. Een cijfer dat onaanvaardbaar hoog is en waar actie voor nodig is.
Herziening van huidige leesmethoden
Janet roept op tot een herziening van het huidige onderwijssysteem en bepleit de integratie van de bewezen effectieve Slepend Lezen methode in het reguliere curriculum. Dit zou leesonderwijs voor alle kinderen toegankelijker maken en een einde maken aan de onnodige leesachterstanden waarmee veel kinderen nu te maken hebben.
We overhandigen de petitie namens de c.a. 45.000 kinderen die dit jaar in groep 3 beginnen. Zij behoren tot de 25% die leesproblemen krijgen. Laten we zorgen dat zij niet met een leesachterstand in groep vier beginnen.
Janet Weima heeft de petitie persoonlijk aan de voorzitter van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) overhandigd. Zij heeft de positieve effecten van de Slepend Lezen methode zelf ervaren. Haar dochter, die een leesachterstand had, heeft dankzij deze methode niet alleen haar leesvaardigheden verbeterd, maar ook haar liefde voor lezen herontdekt. Ze studeert nu aan de Universiteit van Twente.
Janet Weima, oprichter van TOPPR, merkte op:
“Vandaag mocht ik een petitie aanbieden aan vier Kamerleden. Ingrid Michon-Derkzen, Nico Drost, Lisa Westerveld en Simone Richardson hebben met veel aandacht naar ons verhaal geluisterd en naar het verhaal van 45.000 kinderen in groep 3 voor wie we nu het verschil kunnen maken. We moeten voorkomen dat zij straks ook bij de 2,5 miljoen Nederlanders horen die moeite hebben met lezen. Dit evenement was een cruciale stap naar een toekomst waarin elk kind in Nederland de kans krijgt om met plezier te leren lezen”.
Lezen is een vaardigheid die ons hele leven meegaat. Het is niet alleen een essentieel instrument voor leren en academisch succes, maar ook een bron van plezier en verrijking in onze vrije tijd. Wat als we je vertellen dat lezen in je vrije tijd niet alleen het plezier vergroot, maar ook je leesvaardigheid aanzienlijk kan verbeteren? En dat deze verbeterde leesvaardigheid op zijn beurt weer lezen in de vrije tijd stimuleert? Het lijkt misschien nog het meest op een positieve spiraal waarin leesgedrag en leesvaardigheid elkaar voortdurend versterken. Laten we eens dieper ingaan op de bevindingen van recent onderzoek om dit fenomeen beter te begrijpen.
Studies tonen verband tussen leesgedrag en leesvaardigheid
Een meta-analyse van 99 internationale studies heeft aangetoond dat er inderdaad een sterk positief verband bestaat tussen leesgedrag en leesvaardigheid, vooral bij kinderen. Beginnende lezers profiteren van een verbeterde leesvaardigheid, wat hun leesgedrag stimuleert. Naarmate kinderen ouder worden, wordt dit verband sterker. Dus, hoe meer kinderen lezen in hun vrije tijd, des te beter worden ze in lezen. En naarmate ze beter worden in lezen, neemt hun vertrouwen in hun leesvaardigheid toe, waardoor ze weer vaker gaan lezen. Dit proces leidt tot een positieve cyclus waarin tekstbegrip en woordenschat gestaag groeien (Mol, S.E. 2010).
Leesvaardigheid, Beter lezen én grotere woordenschat
Interessant is dat deze verbetering in leesvaardigheid niet alleen leidt tot beter lezen, maar ook tot een grotere woordenschat. Volgens de meta-analyse verklaart boeken lezen maar liefst 12% van de woordenschat van peuters en kleuters. En deze invloed blijft toenemen naarmate kinderen ouder worden. Bij basisscholieren in de midden- en bovenbouw is het respectievelijk 13% en 19%, bij middelbare scholieren in de onder- en bovenbouw zelfs 30% en 34%. Lezen is dus niet alleen een manier om de leesvaardigheid te vergroten, maar ook om je woordenschat uit te breiden (Mol, 2010).
Een recente update van de meta-analyse, die studies tussen 2009 en 2022 omvatte, bevestigde deze bevindingen. Het onderzoek toonde aan dat de ervaring met lezen nog steeds positief samenhangt met taal- en leesvaardigheid. Voor peuters en kleuters was het verband met woordenschat het sterkst, gevolgd door ontluikende geletterdheid en fonemisch bewustzijn. Bij basisschool- en middelbare scholieren was het verband met leesbegrip het sterkst, gevolgd door woordherkenning, woordenschat en basisvaardigheden. Bovendien bleek dat leeservaring ook positief gerelateerd was aan leesplezier (De Mol, S.E. 2022).
De kracht van lezen in je vrije tijd
Deze bevindingen benadrukken de kracht van lezen in onze vrije tijd als een stimulans voor leesvaardigheid en woordenschat. Maar de vraag blijft: welk effect is sterker, leesgedrag op leesvaardigheid of leesvaardigheid op leesgedrag? Onderzoek suggereert dat leesvaardigheid vooral het leesgedrag beïnvloedt bij beginnende lezers in groep 3, 4 en 5. Daarna, tot minstens 15 jaar, beïnvloedt leesgedrag ook de leesvaardigheid. Dit impliceert dat leesgedrag de leesvaardigheid begint te stimuleren, zodra kinderen een basisniveau van leesvaardigheid bereiken (Van Bergen, Vasalampi & Torppa, 2020).
Hoewel de positieve spiraal tussen lezen en leesvaardigheid duidelijk is, suggereren studies onder tweelingkinderen dat er waarschijnlijk een causaal verband is in één richting. Het lijkt erop dat leesvaardigheid leesgedrag en leesplezier beïnvloedt, terwijl het omgekeerde niet het geval is (Van Bergen et al., 2022; Erbeli, Van Bergen & Hart, 2019; Van Bergen et al., 2018). Met andere woorden, kinderen die bedreven zijn in lezen, zullen eerder geneigd zijn om te lezen en er plezier aan te beleven. Terwijl kinderen die minder vaardig zijn in lezen minder gemotiveerd zijn om te lezen.
Moedig lezen aan!
In conclusie toont dit onderzoek aan dat leesgedrag en leesvaardigheid een symbiotische relatie hebben, waarbij het lezen van boeken in de vrije tijd de leesvaardigheid bevordert en vice versa. Dit benadrukt het belang van het aanmoedigen van lezen, vooral bij jonge lezers, om een sterke basis te leggen voor leesvaardigheid en woordenschat die hen hun hele leven ten goede zal komen. Dus, als je op zoek bent naar manieren om je leesvaardigheid te verbeteren, begin gewoon met het oppakken van een boek en laat de magie van het lezen zijn werk doen.
Bronnen:
Unraveling the Relation Between Reading Comprehension and Print Exposure
First published: 15 November 2019
Florina Erbeli, Elsje van Bergen, Sara A. Hart
Why do children read more? The influence of reading ability on voluntary reading practices
First published: 10 April 2018
Elsje van Bergen, Margaret J. Snowling, Eveline L. de Zeeuw, Catharina E.M. van Beijsterveldt, Conor V. Dolan, Dorret I. Boomsma
Mol, S.E. (2010)
Het belang van voorlezen en zelf lezen voor kinderen en adolescenten: Meta-analyse van het verband tussen (voor)leeservaring en leesvaardigheid. Amsterdam: Stichting Lezen
Mol., S. E. (2022).
How Are Practice and Performance Related? Development of Reading From Age 5 to 15
First published: 30 March 2020