Sleeplezen wordt TOPPR-leesmethodiek

Sleeplezen wordt TOPPR-leesmethodiek. Jaap Stoppelenburg heeft sleeplezen ontwikkeld en heeft in de eerste jaren ongeveer 900 mensen opgeleid om kinderen via de sleepleesmethode te leren lezen. Helaas werd hij ziek en kon hij zijn methode niet meer verder verspreiden. Zijn droom: dat alle kinderen met leesproblemen leren lezen, kon hij niet meer realiseren.

Mijn ervaringen met Sleep leren Lezen waren echter zo bijzonder, dat ik (Janet Weima) in 2022 Sleeplezen overgenomen heb van Jaap. Mijn visie is minstens zo groot als die van Jaap. Alle kinderen leren lezen. In Nederland zouden er geen kinderen moeten zijn die het lezen niet leren.

In Nederland hebben 25 procent van de kinderen van 15 jaar een onvoldoende leesniveau. Zij kunnen de ondertiteling van een film minder goed lezen. Als je daarover nadenkt dan wordt je alleen maar verdrietig. Deze kinderen hebben later moeite met het invullen van formulieren voor bijvoorbeeld hun werk of voor een huurtoeslag. Ze doen het minder goed in het voortgezet onderwijs, terwijl ze wel slim genoeg zijn. En ze kunnen daardoor misschien ook niet de baan krijgen die ze graag willen hebben. Dat hoeft niet.

Ik heb Sleeplezen overgenomen, om net als Jaap, de methode aan iedereen die dat wil te leren. Zo kan iedereen leren hoe je kinderen moet leren lezen.
Ik vind het belangrijk dat iedereen die dat wil, de cursus kan volgen. Daarom is er ook het TOPPR-leesfonds om minder draagkrachtige ouders te subsidiëren.

Om deze droom waar te maken, heb ik samen met mijn partner Adriaan Koppens, een groots plan opgezet dat we TOPPR noemen. In heel Nederland worden er TOPPR-coaches opgeleid die op hun beurt TOPPR-juffen- en meesters opleiden. Zij zullen de kinderen met leesproblemen op een vriendelijke, snelle en positieve manier het lezen wel kunnen leren. Zo wordt iedereen een TOPPR!

Als leerkracht was ik (Janet Weima) destijds op zoek naar iemand die mijn kinderen kon helpen bij het leren lezen. Twee heel slimme kinderen met dyslexie. En omdat ik zelf met veel moeite en met grote frustratie heb leren lezen, wilde ik mijn kinderen hiervoor behoeden.

Ik kende Jaap Stoppelenburg van een stage die ik tijdens mijn opleiding als leerkracht basisonderwijs had gelopen. En na 10 jaar kwam ik hem opnieuw tegen, omdat hij bij het dyslexiecentrum in de buurt werkte. Hij vertelde mij over een nieuwe methode die hij aan het ontwikkelen was, sleeplezen. Het was al met een aantal kinderen met leesproblemen en dyslexie gelukt om vloeiend te leren lezen. De techniek leek echter wel wat onzinnig. Met een puntig stokje wees Jaap de tekens aan die verklankt moesten worden. Maar ik was wel nieuwsgierig geworden. En een week later is Jaap aan de slag gegaan met mijn oudste.

Het resultaat was verbluffend. Had ik eerst veel herkend van mijn eigen frustratie in mijn dochter, nu las ze na drie weken ineens de ondertiteling van haar lievelingsfilm mee! Ik was zo onder de indruk van het resultaat dat ik zelf ook op cursus ging bij Jaap. Ik heb al vrij snel in het begin zelf een sleepleeslicentie gehaald. En sindsdien heb ik steeds contact met Jaap gehouden.

Op de scholen waar ik werkte deden we cursussen en ik ging, ook toen ik al schooldirecteur werd, met kinderen lezen. En elke keer was ik weer verbaasd over het effect. De kinderen werden niet alleen beter in het lezen. Ze kregen ook zin in het lezen. De leesaversie en de leesangst nam af. De methode is naast een leesmethode ook een heel vriendelijke en positieve manier van werken.

De kinderen krijgen alleen positief commentaar te horen. Fouten maken mag en er wordt niet steeds herhaald. De kinderen lezen teksten die ze zelf willen lezen en niet uit een boekje over ‘de kip op de wip’. Dat motiveert!

Zo ben ik, Janet Weima, altijd wel met plezier naar school gegaan. Ik vond alle lessen interessant en de meesters en juffen konden goed vertellen. Mijn beste vak was rekenen, samen met een klasgenoot, Bram, was ik de beste van de klas. Maar ik deed met tegenzin leren lezen.

Want het lezen… We leerden eerst de letters en dat ging goed. Maar al heel snel was iedereen in de klas beter dan ik. Iedereen kon vlot lezen, maar ik stotterde als ik de beurt kreeg. Ik had een leesprobleem. De meester had leuke boeken over kinderen die op avontuur gingen. En iedereen mocht een bladzijde voorlezen. Wat had ik er een hekel aan. Ik hoorde de andere kinderen al zuchten als ik aan de beurt was. Want voor mij was een bladzijde lezen een hele klus. En het duurde ook erg lang voordat de bladzijde uit was.

Ik ging daarom onder het lezen graag naar de wc. Daar zat ik dan zo lang totdat de leesles voorbij was. Ik leerde er dus ook niets van bij.

Naast het lezen in de klas, was er ook nog het lezen in de niveaugroepjes. Alle kinderen met hetzelfde niveau gingen met een leesmoeder lezen. Eerst met klasgenootjes, maar het volgende jaar zat ik met kinderen van een lagere groep in de gang te lezen.
Tenslotte was het verschil zo groot dat ik in groep 6 zat en moest lezen met de kinderen van groep 3. Ik werd er heel verdrietig van. Ik weet nog heel goed dat ik op een dag in een magazijn zat te hakkelen en dat een kind van groep 3 moest zuchten. Ik werd zo verdrietig dat ik weggelopen ben. Ik heb daarna altijd geweigerd om te gaan lezen. Ik schaamde me te erg.

Maar natuurlijk kon het niet: zomaar stoppen met lezen. En in groep 8 en in het voortgezet onderwijs kreeg ik het dan ook heel zwaar.
Ik was veel langer bezig met mijn huiswerk dan mijn vrienden.

Een leraar op het lyceum gaf me het advies om de teksten luidop te lezen. Er was nog geen software dat de teksten kon voorlezen.
En door het voorlezen aan mezelf ging ik steeds sneller lezen. Soms moest het wel 4 keer over, omdat ik niet goed had opgelet wat ik nu had gelezen, maar toch ging ik vooruit. Nu denk ik dat ik toevallig de koppeling tussen de tekens en de klanken heb gelegd en door de routine mezelf heb leren lezen. En ik denk ook vaak: had iemand het me maar even uitgelegd. Dan was mij veel ellende bespaard gebleven.

Jaap Stoppelenburg ontwikkelde de methode Sleeplezen, TOPPR-lezen, om kinderen met leesproblemen te helpen. Hij zag als coördinator van het dyslexiecentrum Oost-Friesland veel kinderen met leesproblemen langskomen. Op scholen was er al op allerlei manieren hulp geboden door leerkrachten, leescoördinatoren, intern begeleiders, remedial teachers, leesmoeders en soms zelfs logopedisten en dyslexiespecialisten. Het lukte hen niet om de kinderen aan het lezen te krijgen.

Dat alles ingezet werd om de leesproblemen, die mede door dyslexie werden veroorzaakt, was goed. Het aanleren van technisch lezen is na het negende levensjaar veel moeilijker. Het is dus goed om preventief te handelen. Als een kind van negen nog erg langzaam leest en veel leesfouten maakt, is die zich daar erg bewust van. Dan ontwikkelt zich rondom het lezen een explosieve lading van o.a. leesangst, leeswoede en minderwaardigheidsgevoelens.

De kinderen met leesproblemen en dyslexie blijven vaak hangen in de fase van het beginnend lezen (aanvankelijk lezen). Snelle lezers wisselen het hakken en plakken van woorden, b-oo-m wordt boom, in voor automatische woordherkenning. Bij de slechte lezers blijft het een eindeloos ontcijferen van soms lange woorden. Er ontstaat geen vloeiend lezen en het gaat te langzaam om de tekst goed te begrijpen.

De leesmethode die de scholen nu gebruiken is niet voor alle kinderen even geschikt. Een kwart van de kinderen leert niet goed lezen op de basisschool. Sleeplezen, TOPPR-lezen, is een methode die de leesmethode van school vervangt door een simpelere en efficiëntere aanpak. De begeleider, de TOPPR-coach bepaalt het tempo bij het lezen. Een aanwijspen, de sleepleespen, die de letters aanwijst ,moet de lezer heel precies volgen. De lezer krijgt de uitnodiging om de klanken uit te spreken die de pen aanwijst. Door het tempo waarin dit gebeurt is het onmogelijk om in oude strategieën te vervallen. De begeleider besteedt geen enkele aandacht aan de leesfouten. Als de techniek eenmaal verbetert, zullen die vanzelf grotendeels verdwijnen. Negatieve feedback is uit den boze. De nadruk ligt op de techniek.

Bij kinderen werkt deze leesstrategie heel goed. Jaap Stoppelenburg wilde graag een wetenschappelijke onderbouwing van de effectiviteit van TOPPR-lezen en naar de overdraagbaarheid van de techniek. Dat onderzoek is in 2007 door de Rijksuniversiteit Groningen uitgevoerd en daarmee is TOPPER-reading “evidence based” verklaard. Daarna is hij begonnen met het opleiden van leerkrachten, logopedisten en dyslexiespecialisten. In de afgelopen jaren hebben ongeveer 1.000 mensen in Nederland hebben weg de cursus sleeplezen gevolgd en kunnen deze inzetten om kinderen met leesproblemen te helpen beter te leren lezen.

Sleeplezen is vanaf 2023 doorgegaan onder de naam TOPPR!

SOLLICITATIE














    Ja, ik stem in met het Privacy statement en geef TOPPR de toestemming om deze gegevens op te slaan.

    Mail ons:

    welkom@topprreading.org